Hoewel hij in wezen dezelfde motor had als de Tiger I-tank, had hij een betere frontale bepantsering, had zijn kanon meer doorboringsvermogen, was hij over het algemeen lichter en dus sneller, en kon hij ruw terrein beter aan dan de Tigers. Het compromis was een zwakker zijpantser; de Panther bleek dodelijk te zijn in het open veld en schietend vanaf grote afstand, maar kwetsbaar voor gevechten op korte afstand.
De Panther was ook veel goedkoper te produceren dan de Tiger-tanks, en slechts iets duurder dan de Panzer IV, aangezien het ontwerp tot bloei kwam op hetzelfde moment dat het Reichsministerie van Bewapening en Oorlogsproductie grote inspanningen deed om de oorlogsproductie te verhogen. De belangrijkste elementen van het Panther-ontwerp, zoals de bepantsering en de transmissie, waren compromissen die specifiek waren gemaakt om de productiesnelheid te verbeteren en de oorlogstekorten in Duitsland aan te pakken, terwijl andere elementen, zoals de zeer compacte motor en het complexe ophangingssysteem, hun elegante maar gecompliceerde techniek behielden.
Het resultaat was dat de productie van Panther-tanks veel hoger was dan wat mogelijk was voor de Tiger-tanks, maar niet veel hoger dan wat was bereikt met de Panzer IV. Tegelijkertijd werd de vereenvoudigde aandrijving de belangrijkste oorzaak van defecten aan de Panther-tank, een probleem dat nooit werd verholpen.
-Meer dan 1300 onderdelen
-Individuele rupsbandschakels
-Inclusief foto-geëtste onderdelen