Vernoemd naar prinses Elizabeth Windsor (Later Koningin Elizabeth II), heette de 42-102547 oorspronkelijk 'Prinses Elizabeth', maar dat kreeg geen officiële goedkeuring (Er waren zorgen over de propagandawaarde voor de vijand en het effect op het moreel van het Britse volk, mocht de bommenwerper, vernoemd naar een lid van de koninklijke familie, verloren gaan in de oorlog). Het vliegtuig werd in plaats daarvan omgedoopt tot 'Rose of York' en werd gedoopt door de prinses tijdens haar koninklijk bezoek aan vliegveld R.A.F. Thurleigh.
Op zaterdag 3 februari 1945 voerde de Achtste Luchtmacht, onder het bevel van luitenant-generaal James Harold (“Jimmy”) Doolittle, missie nr. 817 uit. 1.003 B-17 Flying Fortresses, 434 B-24 Liberators en 948 P-47 en P-51-jagers werden gestuurd om Berlijn aan te vallen. Het voornaamste doelwit van de B-17's waren de spoorwegemplacementen van de stad, terwijl de B-24's de synthetische olieraffinaderij Braunkohle Benzine AG in Rothensee aanvielen.
Rose of York was een van de B-17's op die missie met 1.000 bommenwerpers naar Berlijn. Tijdens de drieënzestigste gevechtsmissie van het toestel, en met een andere bemanning, werd 42-102547 getroffen door luchtafweergeschut. Het laatste contact gaf aan dat één motor buiten werking was en dat een andere benzine lekte. De Flying Fortress stortte neer in het Engelse Kanaal met alle negen bemanningsleden en een civiele nieuwsverslaggever.