Beschrijving
In 1934 werd in het kader van het bewapeningsplan van de zojuist aangetreden NSDAP-regering begonnen met de bouw van een nieuw slagschip. Het zou de naam Scharnhorst krijgen, naar het schip uit de Eerste Wereldoorlog van admiraal graaf Maximilian von Spee, dat op zijn beurt was genoemd naar de Pruisische generaal Gerhard von Scharnhorst, die zich vooral verdienstelijk had gemaakt tijdens de napoleontische oorlogen.
Vlak nadat de kiel was gelegd, werd de bouw van het schip stopgezet, omdat er plannen voor een geheel nieuw type slagschip waren ontwikkeld. Teneinde te zorgen voor een betere balans tussen snelheid en bewapening werd besloten het schip langer en minder breed te maken. Hierdoor zou het sneller en wendbaarder worden. De bewapening was lichter dan gebruikelijk voor slagschepen in die tijd: men koos voor een 283mm-kanon dat gebaseerd was op een ontwerp van voor de Eerste Wereldoorlog. Een kanon van 380 mm zou niet op tijd gereed zijn. In het Plan Z, het plan voor de herbouw van de Duitse Kriegsmarine, was overigens wel het voornemen opgenomen de schepen op een later tijdstip alsnog te bewapenen met een 380 mm kanon. Dat is echter nooit gebeurd.
In het buitenland, vooral in Groot-Brittannië, werden de schepen vanwege het lichtere kanon beschouwd als een nieuw type slagkruiser, maar de Duitse marine sprak zelf consequent van Schlachtschiffe. Qua grootte (bijna 35.000 longton) en bepantsering (tot 180 mm staal) waren het inderdaad slagschepen. Hoewel de hoofdbewapening te licht was om de strijd aan te gaan met slagschepen naar Britse maatstaven, was het schip wel snel en krachtig genoeg als raider tegen konvooien. Het kon tegelijkertijd slag leveren met meerdere vijandelijke kruisers en torpedobootjagers, schepen die vaak gebruikt werden voor de bescherming van konvooien. Bij confrontaties met sterkere vijandelijke schepen kon de Scharnhorst zich met zijn superieure snelheid desnoods zelf in veiligheid brengen.
Uiteindelijk vond de nieuwe kiellegging plaats in 1935. Zestien maanden later, in oktober 1936, werd het schip gedoopt en werd het verder afgetimmerd. In januari 1939 werd kapitein Otto Ciliax commandant van de Scharnhorst. In april werd hij opgevolgd door de pas benoemde bevelhebber van de Duitse marine, admiraal Erich Raeder.
De Scharnhorst werd beschouwd als een van de fraaiste schepen van de Kriegsmarine, met scherpe lijnen, veel details en een – in augustus 1939 aangebrachte – scherpe “Atlantik Bug” (Engelse term: hurricane bow), die beter bestand was tegen de zware zeegang. Deze was nodig omdat bij de oorspronkelijke, rechte boeg het overslaande buiswater het gebruik van geschuttoren “Anton” bemoeilijkte.